Mooie verhalen vanuit Charleville-Misère
. Dat van mij begint net als alle anderen in de pletsende regen. Zaterdag gestart ruw geschat bij de laatste honderd. Na de aanloop door de stad vlieg ik met veel goesting het offroad gedeelte op. Glibberen en glijden, het eerste gevoel is goed en dan stijgt het vertrouwen....Op het eerste lange stuk in het open veld draai ik de gaskraan open in 5de versnelling. Het gaat heel goed totdat het spoor te diep wordt voor mijn snelheid en ik er mooi voorwaarts afga met een persoonlijk record buikschuiven als gevolg. Ik ben het niet gaan meten, maar 20 meter zal het toch wel geweest zijn.
Spontaan moet ik aan die reclame denken van MARCASSOU : " Je proeft de Ardennen. En hoe !" Geen verdere schade en met het verstand terug op de normaalpositie
gaat het verder. De zaterdag is altijd zo'n beetje een opwarmer voor zondag, maar niet dit jaar. Op de brede modderpoelenbaan door het bos lijkt het wel een videospelletje : je moet tussen de vele gevallen en glijdende deelnemers je weg zoeken en zelf ook nog rechtblijven. Ondertussen rijden we van het ene onweer naar het andere, soms zelfs afgewisseld met stof
, echt waar. Omdat we drijfnat zijn proberen we zo weinig mogelijk stil te staan. De helling met een half uur aanschuiftijd laten we op verzoek van een marchall links liggen en voor de rest leggen we er de pees op. Rond kwart voor 5 rijden we al terug het Parc des expositions binnen. Motor even kontroleren en smeren, dan naar het rennerspark. Er staan hoop en al 20 motoren! Vlug naar de douches, eindelijk wat water
. Nog even gekeken naar onze gemiddelde snelheid : 42,7km/uur
Niet slecht, al zeg ik het zelf.En dan is het wachten op het eten, dat laat geserveerd wordt, maar niet ten onrechte ; rond 7 uur staan er misschien 150 motoren, wat zeer weinig is, en ondertussen blijft het ene onweer het andere opvolgen. Wat het eten betreft kan ik Gery 400 bijtreden, de geserveerde varkens smaken minder goed als bij ons, maar daar werd een mouw aangepast
.
De tweede dag vrij vroeg vertrokken na een goede nachtrust(roes). Het parkoers is schitterend. Na ongeveer 10 km duik je het bos in en alleen voor te tanken kom je er eens uit. Vandaag zijn er ook meerdere blauwe passages en die zijn niet vanzelfsprekend dit jaar. Na 40 km loopt het even mis ; een steen draait mee met de ketting en pats : ketting over. Na 20 minuten kunnen we verder, maar nu zitten we wel meer in het verkeer. De volgende blauwe passage is er file : er liggen er misschien wel 20 op een steenhelling. Verder dan maar, en het is de hele dag genieten : mooi weer, technische afdalingen, gladde klimmen, "bourbiers", snelle stukken gravel met lange bochten (JIHAAAAA !!!!), een stukje crossparkoers midden in het bos met twee heerlijke schansen
, een perfecte 180° bocht bergop, kortom : noem het op en het zat erbij. Namiddag komen we bij de gevreesde bourbier aan de hoogspanning. Een fransoos remt net voor het diepste deel van dit lange modderspoor en begint zijne uitleg te doen
. Gepikeerd sleur ik mijn 525 uit het spoor, zet hem in het spoor erlangs en ben ik aan mijne uitleg begonnen : GAAAAAAS
Even verder wachten we op de weg totdat iedereen van ons groepje (4 man) er is . De fransman van daarjuist komt ook door , helemaal vol van mijne uitleg
. Maar 1 van ons heeft weer pech, en weer is de ketting over
. Een kwartiertje later is het verholpen en we kachelen verder. Zonder averij leggen we de rest van de mooiste TRANS allertijden af en we zijn binnen om half 3 . Nog even onze T-shirt ophalen en de "pot" nog opmaken aan de toog. Blijkt er ook nog genoeg te zijn voor een lekkere friet en een saucisse, hebben we toch nog lekker gegeten daar in la France
.
Om te besluiten zou ik zeggen : als endurorijder moet je deze 2-daagse ooit meegereden hebben. Libin, Bertrix, Framont, Bastogne,... Het stelt niets voor in vergelijking met deze rit. Hopelijk kunnen ze nog dikwijls organizeren en dan maar bidden dat we nog veel mogen mogen.