"in 5 jaar naar Dakar"

Links, nieuwtjes, verhalen en andere informatie over rallies en races als Dakar etc.

Moderator: ghulst

Plaats reactie
henk-v
Berichten: 1722
Lid geworden op: di aug 20, 2002 19:52
Locatie: enspijk
Contacteer:

De beoogde berijder van de rallymotor die in 2012 een aantal dromen moet gaan waarmaken heet Jan-Wouter Offringa.

Jan-Wouter (JW) is geboren in 1971 in Heerde. Vanaf zijn 18e jaar heeft hij zijn passie voor het motorrijden vorm gegeven door het rijden op verschillende type motoren: van semi-offroad tot chopper, van racer tot naked bike. In 2007 stapte hij voor het eerst op een offroad motor - en belangrijker - reed hij voor het eerst een paar meter op een onverhard stuk weg. Zijn belevenissen vanaf dat moment zijn te lezen in het boekje 'JW naar Dakar - deel 1 en 2 dat hier te bestellen is.

Naast het voorbereiden van de Dakar deelname, is JW graag op de golfbaan. Een mooie combinatie met de motorsport. In het dagelijks leven is JW werkzaam bij Amazing, een toonaangevend bureau voor reclame en internet.


De oorsprong van dit project ligt bij een persoonlijke wens en droom, maar het gaat inmiddels verder dan dat. Ik heb 25 jaar gekeken naar de Dakar Rally op televisie. En hoewel ik altijd al een fervent motorrijder was, ben ik nooit verder gekomen dan "dat zou ik ooit wel eens willen doen". Tot een paar jaar geleden, toen ik me realiseerde dat ik dat nog een jaar of wat kon volhouden totdat het te laat zou zijn. Dus ben ik begonnen met plannen, rekenen, en vooral: een doel stellen. Ik heb besloten 5 jaar uit te trekken voor het bereiken van mijn doel: het starten in de Dakar Rally 2012/2013.

Maar er zijn meer doelen
Mijn persoonlijke hoofddoel is dus aan de start verschijnen van de rally. Maar ik heb meer doelen. Ten eerste heb ik me gerealiseerd dat ik door het halen van mijn doel ook anderen kan helpen, die minder kansrijk zijn dan ik, of die gewoon domme pech hebben (gehad). Daarnaast merk ik dat het mensen inspireert als ik ze uitleg dat wanneer je ergens echt voor kiest en bereid bent daar voor 100% voor te gaan, je vrijwel alles kunt bereiken. Het rijden van Dakar is verschrikkelijk zwaar en juist daarom zo'n mooi voorbeeld. Naast het plezier dat ik aan de voorbereidingen beleef, zie ik het dus inmiddels ook als een verantwoordelijkheid. Ik kan met mijn eigen droom anderen helpen. Mooi toch?


http://www.jwnaardakar.nl/

Afbeelding
Laatst gewijzigd door henk-v op zo jan 09, 2011 21:54, 1 keer totaal gewijzigd.
henk-v
Berichten: 1722
Lid geworden op: di aug 20, 2002 19:52
Locatie: enspijk
Contacteer:

Ik ben hier in 2007 mee begonnen, omdat ik mezelf ten doel heb gesteld in 5 jaar klaar te zijn om de Dakar rally te rijden. (Voor 2007 had ik nog nooit een zandkorrel of noppenband van dichtbij gezien) Voor sommigen een onzinnig idee, anderen steunen me juist. Ikzelf bekijk het per stapje, en zie wel hoever ik kom. Mijn doel is om straks aan de start te staan, en de weg daar naar toe is al een beloning op zich. Natuurlijk probeer ik vervolgens zo ver mogelijk te komen...

Nu is het onderhouden van deze hobby nog te doen, een deelname aan Dakar is ver boven mijn budget. Daar heb ik iets op bedacht. Vanaf het moment dat ik de beslissing heb genomen om dit te gaan doen tot nu heb ik een boek geschreven met alles wat ik ben tegen gekomen en gedaan heb aan trainingen, voorbereiding, reizen, mentale zaken, onderhoud van de motor, etc. Sommigen hebben hiervan al eens een kleine preview gezien omdat ik het eerste jaar al een pre-uitgave heb uitgedeeld. Naast al deze motor verhalen die vast herkenbaar zijn, is het boek een leuke manier om je familie of kennissen een idee te geven waarom jij dat offroad rijden nou zo leuk vindt. ( kerstkado tip ) Tenslotte hoop ik mensen te inspireren ook hun droom waar te gaan maken of tenminste een poging te wagen!

Ik heb van dit verhaal dus een boek gemaakt en dat is vandaag van de drukker binnengekomen. Ik ben er enorm trots op, het is een boek van 150 pagina's verhalen, 8 pagina's fotoverslagen en er zit een DVD bij met wat filmmateriaal, een documentaire van 30 minuten over de Tuareg Rally van 2010 en nog wat extra zaken. Het aardige is dat een flink deel van jullie er ook in voorkomt!

Het boek met DVD is te koop voor 25,- op www.dakar2012.nl. Het is ook te koop bij Brouwers in Zwartebroek. Door het boek te kopen boek steun je mijn project, maar ook de Stichting Doe een Wens. Want het lijkt me prachtig om tezamen met het realiseren van mijn droom ook te helpen om wensen te vervullen van kinderen die niet de kans hebben om een poging te doen hun droom na te jagen.



Om jullie een beetje enthousiast te maken voor het boek
en het verhaal zal ik hier de eerste 20 bladzijden publiceren.
Voor meer info over het boek : www.dakar2012.nl

-----------
pagina 1-7

Inleiding
Sinds ik uit mijn ogen kan kijken, kijk ik naar de Dakar rally op televisie. Volledig
gefascineerd door de eenzame motoren en enorme vlaktes midden in de woestijn
in Afrika kan ik maar één ding denken: “Dat is iets wat ik ooit nog eens moet
doen”.Ik heb dat ongeveer 30 jaar, ieder jaar, gedacht. Tot begin 2007, toen ik in één tvuitzending
de 23-jarige Miriam Pol zag en een 63-jarige Schot. Beiden hadden net
een zware etappe in Senegal gereden aan het einde van de Dakar rally maar zagen
er nog redelijk fris uit. Naar omstandigheden dan... Als deze mensen dat kunnen,
ondanks de enorme voorsprong die ze hebben op allerlei vlakken, dan moet het in
theorie mogelijk zijn voor mij om na een aantal jaren voorbereiding de rally uit te
rijden. Ik geloof dat als je ergens echt in gelooft en er al je energie op richt, bijna
alles mogelijk is. Maar je moet het echt willen en er alles voor doen wat nodig is.
Totale toewijding en vooral: nooit opgeven als er nog opties zijn. Nooit.
Dit verhaal is mijn verslag van stap één tot, als het goed is, mijn finish over een
aantal jaar in Dakar. Of een crash op de route, een kapotte motor of wat dan
ook, want aan de start staan is één, finishen is een heel ander verhaal. Daarom
omschrijf ik mijn doel als volgt: Zo goed mogelijk voorbereid aan de start staan,
en dan zo ver mogelijk komen.
Ik zal veel hulp nodig hebben, qua voorbereiding, ondersteuning, kennis, ervaring
en sponsoring. Misschien bent u wel een van de mensen die op één van deze
gebieden een stukje zal invullen. Aan u wil ik dit verhaal kado doen. Een (ik hoop)
amusant verhaal over het vallen en opstaan van een absolute beginner. Als u dit
leest ben ik gelukkig al een stuk verder. Maar ik hoop vooral dat u er een stukje
inspiratie uithaalt. Hoe ver u ook af lijkt te staan van uw eigen doel, hoe lang of
zwaar de weg lijkt te zijn. Als het mij lukt om vanuit het volledige niets (ik heb nog
geen tien centimeter op zand gereden in mijn leven) de start van de Dakar rally te
halen, dan heeft uw plan, droom, of wens op zijn minst een kans. Ga ervoor, geef
het die kans. Leef je droom. Ik doe het en geniet er elke dag van. Leest u mee?


21 januari 2007: Op onderzoek uit
Na de finish van Dakar 2007 heb ik een maand uitgetrokken om eens wat motoren
te gaan bekijken die in aanmerking komen voor de eerste stappen van mijn
avontuur. Lang leve internet en alle fora die je daarop kunt vinden. Met name
AllroadManiacs.nl, Noppenforum.nl en Motor-forum.nl hebben mij erg geholpen.
Althans, de enthousiastelingen op deze fora. Het valt me op dat de offroadrijders
en de crossers lekker recht door zee en erg behulpzaam zijn. Later zou ik merken
dat dit ook wel nodig is op de crossbaan en onderweg bij offroad ritten. Je hebt
elkaar allemaal vanzelf een keer nodig. Ik begon mijn zoektocht naar een 4-takt
offroad/enduro motor die geschikt is voor de crossbaan. In mijn plan zou ik 2007
gaan gebruiken om de basistechnieken van het rijden te leren op de verschillen
crossbanen in de regio. Een niet te zware crosser was dus het doel. Maar als je een
1000cc Buell gewend bent op de weg, is het lastig genoegen te nemen met een
“naaimachine” van onder de 500cc. ( wist ik veel...) Verder was het van belang dat
ik op de motor naar de crossbaan kon rijden, dus een kenteken was ook een eis.
Daarmee vielen de 2-takten af, ze zijn er nog wel, maar vooral voor op de baan
en meestal zonder kenteken. Ik ben dus maar eens begonnen bij de motorbeurs
in Zwolle. Ik heb op wat motoren gezeten, her en der wat tegen achterbandjes
geschopt, dat is bij auto’s van belang in het aankoopproces, dus ik dacht: dat helpt
me ook wel bij de crosser. De adviezen die ik kreeg brachten me als snel richting
een 250cc KTM. Nu had ik in 18 jaar tijd nooit minder dan 350cc onder m’n kont
gehad, dus voor 250 cc haalde ik natuurlijk mijn neus op. Ik kan dan misschien
nog niet offroad rijden, maar we moeten wel een beetje vooruit! Enfin, na de beurs
maar eens op locatie gaan kijken bij een aantal bedrijven die op de beurs aanwezig
waren.

4 februari: Zak vol plastic
Ik ben begonnen bij v/d Vegte, ergens boven Zwolle. Aardige jongens en fan
van TM, een Italiaans merk. Nu had ik een jaar ervoor mijn Ducati Monster 900
weggedaan vanwege de Italiaanse “onderdelen-afbreek-garantie” dus was ik niet
meteen gecharmeerd van deze machientjes. De prijs sprak me echter wel aan
en de verkoper wist me uiteindelijk toch te interesseren. Ik liet me natuurlijk niet
bij de eerste de beste motor tot een aankoop verleiden, maar ik wilde ook niet
voor niets dit hele eind rijden dus besloot ik mijn uitrusting te kopen bij deze
vriendelijke mensen. Een jas en broek had ik al van mijn vriend Willem gekregen,
maar knieprotectoren, een protectievest en laarzen moesten er nog komen. Met
een zak vol plastic ging ik voldaan weer naar huis. Thuis aangekomen heb ik alle
onderdelen aangetrokken op de lichaamsdelen die het meest voor de hand lagen.
Mijn vriendin Ingrid vond me op een Teenage Hero Mutant Ninja Turtle lijken. Ik
zag zelf liever de gelijkenis met Dakarheld Marc Coma, en droomde al van het
zand van Mauretanië en Senegal ....

11 februari: Eerste meters
Een weekje later besloot ik het wat doortastender aan te pakken. Er moest gereden
worden. In Zwartebroek zit Brouwers Motoren, een KTM dealer, en ook in Lochem
is een goed bekend adres. Dus met helm en jas op pad gegaan. Eerst ben ik even
gaan kijken in Lochem. Er stond een mooie KTM 450 EXC, bijna nieuw maar met
een Duits kenteken. Dat is allemaal wel weer om te zetten, maar zo’n wit kenteken
leek me toch geen goed teken. Dus vervolgens maar naar Zwartebroek gereden.
Ook hier kreeg ik het advies eerst eens op een 250cc KTM te gaan zitten. Dat
heb ik geprobeerd en tijdens de proefrit kreeg ik de bevestiging: dit gaat niet hard
genoeg. Zie je wel, ik moet minimaal een 500 hebben - en wellicht nog meer -
dacht ik terwijl ik links in mijn ooghoek opeens een zandpad zag. “Kaassie, die is
voor mij!” Dat was voor het eerst dat ik iets anders dan asfalt onder mijn wielen
had en met zo’n 12 km per uur reed ik het zandpad heen en weer. Vakkundig
remde ik af - met mijn voorrem - vlak voor een plas. Je zou toch eens met een
te hoge snelheid door een plas gaan, stel je voor! Dat ik met deze 250cc KTM
de derde versnelling op het zandpad bij lange na niet heb gehaald was ik terug
op de verharde weg alweer vergeten. Later zou ik vaak moeten terugdenken aan
die eerste 500 meter op het zandpad. Misschien was die 250cc toch niet zo gek
geweest, hoewel ik geen seconde (nou, misschien een paar dan) spijt heb gehad
van mijn uiteindelijke keuze. Terug bij de motorzaak hebben we even gebabbeld
over het duidelijk tammere karakter van de 250. Ik zou mijn geluk gaan beproeven
op een 450, omdat ze even niet groter beschikbaar hadden in mijn prijsklasse. Mijn
allereerste motor was een Suzuki DR500 één cilinder Offroad en ik had er met veel
plezier op gereden. De 450 KTM EXC had wel wat weg van het Suzuki-karakter en
was door de tandwielverhouding zelfs nog wat pittiger. Veel beter! Na 250 meter
wist ik genoeg, dit was helemaal goed voor mij. Er was nog wel de optie voor
een 525cc of zelfs een 640cc, maar het verstandige deel(tje) van mijn hersenen
herinnerde zich de adviezen over de brute power van die grotere motoren en dus
sloot ik in mijn hoofd vrede met een cilinderinhoud van 450cc.
Met twee aanbiedingen, één voor de 250 en één voor de 450, in mijn binnenzak
reed ik weer terug naar Apeldoorn. De pinpas brandde in mijn zak, maar ik had me
voorgenomen eerst nog weer een weekje na te denken. Nou, dat heb ik gedaan en
na uren denken en kletsen op diverse fora op het web was ik net zover als toen ik
de winkel uitliep. De 450cc KTM EXC moest het worden. Het enige nadeel was dat
deze motor iets boven het geplande budget zat en dat hij eigenlijk twee jaar ouder
was dan ik optimaal zou vinden. ....Nu wil het toeval dat Brouwers ook dealer is
van Husaberg.
Husaberg is een wat minder bekend merk met een vreemde reputatie. Maar
daarover later meer. Even een klein beetje geschiedenis. Toen in 1987 Husqvarna
werd overgenomen door Cagiva hebben de Zweedse ingenieurs de koppen
bij elkaar gestoken en Husaberg opgericht. De fondsen waren beperkt hetgeen
gecompenseerd werd met originele vondsten. Er werd één type blok ontwikkeld,
een 4-takt, en de motor zou in één kleur te verkrijgen zijn. De filosofie was: geen
compromissen, geen keuzes, alleen de beste keuze. In 1995 werd Husaberg door
KTM gekocht maar de ontwikkelingsafdeling bleef in Zweden. KTM heeft veel
van de Husa’s geleend voor de EXC modellen die in 2000 gelanceerd werden. Met
name het ontwerp van de cilinderkop is heel duidelijk te herkennen bij de oude
EXC modellen. Husaberg-motoren worden tegenwoordig bij KTM in Oostenrijk
gebouwd. Tot 2004 hadden de Husa’s veel last van slijtageproblemen. Hoewel ze
geroemd werden om hun power en stuurcapaciteiten, waren ze maar matig populair.
Ook na 2004 bleven ze deze matige reputatie houden, terwijl de problemen al lang
over waren. In 2006 werd Husaberg zelfs wereldkampioen in de Enduro.

17 februari: Dit wordt ‘m
Enfin, ik een kleine week later weer terug naar Brouwers Motoren in Zwartebroek
om eens stevig te gaan onderhandelen. Daar loop ik Albert tegen het lijf, een
vriendelijke en praatgrage motorfreak. Eenmaal in gesprek kost je dat minstens 30
minuten, maar het is altijd gezellig, behalve als er nog twee mensen voor je staan te
wachten, want 2x30 minuten is al snel een uur en die heb je niet altijd beschikbaar.
Tijdens het tweede bakje koffie kwam het gesprek op Husaberg en liet Albert me
een splinternieuwe Husaberg FE450 zien. Daar zat ik niet op te wachten want
een nieuwe motor kost al snel 9.000,- en de KTM was met 5.000,- al een beetje
boven budget. Maar de slimmerik gaf niet op en ik besloot zijn verhaal aan te
horen. De voordelen van de Husa, en stiekum ook de exclusiviteit, maakten me
wel enthousiast voor het merk en de motor. Net toen ik me weer wilde omdraaien
om me te richten op de KTM, sloeg Albert de verkoper toe. “Wist je dat deze
nieuwe Husaberg al drie jaar oud is, dus dat je een nieuwe motor kunt rijden voor
de prijs van een drie jaar oude?” Kijk, dat zijn teksten waar ik wat mee kan! Er
zit op crossmotoren namelijk geen garantie, omdat je niet weet hoe iemand de
motor heeft gebruikt en onderhouden. Een zes maanden oude motor kan dus al
aardig aan gort zijn, terwijl een vier jaar oude motor nog in prima conditie kan
verkeren. Het kopen van een nieuwe motor had dus per definitie mijn voorkeur,
maar de kosten hielden me tegen. Snel gingen de cijfers door m’n hoofd: 9.000,-
min 3 jaar... hoeveel zou dat schelen? Dat een autoverkoper altijd wint blijkt ook bij
motorverkopers op te gaan. Twee koppen koffie verder stond ik naast mijn nieuwe,
drie jaar oude Husaberg! Hij leek oprecht al veel mooier dan een uur geleden, wat
een prachtmachine! Ik had er nog geen meter op gereden, maar wat stuurt dat
prachtig, zo’n Husaberg!

18 februari: Motor ophalen
De volgende dag kon ik mijn motor ophalen. Een 2004 Husaberg FE450 Enduro,
met kenteken 2007. Nul km op de teller en zelfs het plastic blonk van nieuwigheid.
Bij het eerste tankstation dat ik tegenkwam moest ik even stoppen om te tanken.
Er kwam een wat oudere man naast me staan die vroeg of de motor nieuw is.
“Ja, splinternieuw, een minuut of 10 om precies te zijn!” Ik vraag me altijd af hoe
mensen dat zien. Ik geloof dat het niet door de motor zelf komt, maar door de
energie die de berijder uitstraalt. Daaraan kun je zien dat een motor, of auto, nieuw
is. Van blijdschap gooi ik een halve liter Euro95 over mijn nieuwe tank. Een doffe
plek maakt zich meester van het plastic. Ach, heel lang zal hij toch niet nieuw
blijven...
Eenmaal thuis aangekomen maak ik een plan voor de middag. Eigenlijk het enige
legale zandpad dat me te binnen schiet loopt langs de golfbaan waar ik wekelijks

speel. Dus na de lunch spring ik op de Husaberg om een stukje te gaan “touren”.
Het is geweldig spannend om over zand en modder te rijden als je dat niet gewend
bent. Ik haalde dit keer met gemak de derde en zelfs vierde versnelling, hoewel ik
bij het passeren van mensen en/of paarden netjes inhield of stil ging staan. Het
was erg grappig om de afkeurende gezichten te zien van sommige van de golfende
mensen met wie ik op elke andere willekeurige zaterdag een vriendelijk praatje
zou hebben gemaakt op de golf course. Vandaag geen praatjes, hun afkeurende
gezichten spreken boekdelen. Hoe liberaal en eigentijds de Scherpenbergh ook is
voor golf-begrippen, een crossmotor naast de green gaat duidelijk nog te ver. Ik
kan me bijna voorstellen hoe verleidelijk het moet zijn om een paar holes te rijden
in plaats van te lopen... De volgende dag speel ik 18 holes en word ik op dezelfde
plek bijna door een Quad “omver gereden”. Nou ja, hij passeerde me net iets
harder dan ik verwachtte. Asociale eikels!

19 februari: Inrijden
Ik heb van de verkoper de opdracht meegekregen om de eerste 500 km zo snel
mogelijk op de teller te zetten. Dan moet de motor even terug voor een eerste
beurtje, waarna ik helemaal los kan op de crossbaan. Nu zat ik een weekje voor
mijn wintersport in Avoriaz. Het zou dus mooi zijn als dit voor vertrek nog lukt.
Zo kan tijdens de wintersport de motor gemaakt worden en kan ik bij terugkomst
meteen aan de slag met de Husaberg. Vroeger was het in februari pas echt koud,
maar na een paar uurtjes in plus vier graden Celsius krijg je ook pijn in je handen.
Toch zet ik door, want die 500 km zal er hoe dan ook komen. De woensdag voor
vertrek moet ik nog 200 km, maar het is droog ‘s avonds en om 22.30 uur staan de
kilometertjes erop! Eigenlijk zijn het er slechts 450, maar dat vond ik symbolisch
ook wel kunnen. De volgende dag breng ik de motor naar Zwartebroek. Daar
krijg ik een kleine stoomcursus voor het vervangen van olie en filters, het wassen
van het oliefilter en nog wat klein onderhoud zaken. Ook in de werkplaats zijn
de jongens behulpzaam en geduldig. Ze begrijpen dat ik er nog geen donder van
weet, maar ergens moet beginnen en ze leren me geduldig de eerste stapjes van
het motoronderhoud. Ik weet dat dit onderdeel me het minst boeit, maar ik zal
toch het één en ander moeten weten als ik over een paar jaar niet stil wil komen
te staan met een klein probleem dat eigenlijk gemakkelijk opgelost had kunnen
worden. Twee uurtje later kan ik weer met en verse motor terug naar Apeldoorn.
We gaan nu eerst lekker skiën en daarna komen de eerste zand-kilometers. Het
zouden meer “meters’ dan “kilometers” worden, maar dat wist ik op dat moment
nog niet. We hadden een heerlijke vakantie met veel zon en sneeuw. Overdag gleed
ik op de skies voor mijn doen heerlijk soepel de bergen af, ‘s avonds in bed deed
ik dat nog eens heerlijk over maar dan op twee wielen in het zand. In mijn dromen
was motorrijden gemakkelijker dan skiën. Was dat maar waar!

15 maart: Het budget loopt uit
Al vrij snel heb ik in de gaten dat het rijden van en naar de motorcrossbanen niet
echt gaat werken. Noppen zijn gewoonweg niet gemaakt voor asfalt en daarnaast
ben je zo moe als je een baan afkomt dat je lekker in de auto naar huis wilt. Ook

heb je vaak nog allerlei rotzooi bij je en waar laat je die tijdens het rijden op de
baan. De tweede financiële tegenvaller, na de “iets” duurdere aankoop, is dus de
aanschaf van een motortrailer. Ook hier brengt Marktplaats.nl uitkomst en na
diverse omzwervingen kom ik terecht in een plaatsje achter Meppel waar ik voor
300 euro een mooi klein trailertje op de kop tik. Braaf rijd ik met 80 kmp/u naar
huis, hoewel de oude eigenaar me verzekerde dat de bandjes gemakkelijk 140
aankunnen. Het is een raar idee om te weten dat je een trailer achter je hebt maar
niets ziet in je spiegels. maar ach, ik merk op de snelweg dat de mensen om mij
heen het vreemder vinden dat ik een trekhaak op mijn Megane cabriolet heb laten
zetten. Wacht maar tot er een glimmende Husaberg op staat en de kap open gaat!
Dat blijkt later inderdaad voor nog verbaasdere blikken te zorgen. Daarnaast doet
de Megane het niet bijster goed in het zand. Misschien omdat er geen Megane is
met 4x4 aandrijving. In januari 2008 komt er een nieuwe auto, tegen die tijd maar
eens kijken of we toch in een ander segment moeten gaan leasen...

23 maart: De eerste echte test
Nou het is zover hoor! Op zaterdag 23 maart begint mijn queeste echt. Mijn eerste
echte training in het zand. Ik ben via motor-forum.nl tegen een paar aardige kerels
aangelopen die deze datum hebben uitgekozen om eens te gaan rijden in Nunspeet.
Voor mij een aardige aanleiding om daar heen te gaan, het is tenslotte gezelliger
om met een paar mensen te zijn en wie weet wat je van elkaar kunt leren. Ruud, 17
jaar, uit de Achterhoek, blijkt ook die dag zijn eerste meters te gaan maken. Ruud
rijdt op een 400 YZF Yamaha die hij zelf helemaal heeft opgeknapt. Niels, 28 en
met een heel jaar ervaring op zak, heeft deze dag min of meer in gang gezet en
rijdt op een 500CR Honda. Ik wist niet eens dat er nog zulke grote 2-takten waren,
die dingen zijn aardig snel. We hebben geluk met het weer. Het is een graadje
of 17, en er komt langzaam een zonnetje door de bomen als we aankomen in
Nunspeet. De afgelopen weken heeft het niet of nauwelijks geregend, dus de baan
is lekker droog. ik meld me in het clubhuis en krijg een trainingskaart voor 10 euro.
Om wat tijd te rekken neem ik eerst maar eens twee koppen koffie en ga langs de
baan staan kijken naar de motoren die al gestart zijn. Het valt me op dat de baan
begint met een grote steile helling. Met veel mul zand. Stel je voor dat ik daar niet
eens tegenop kom... Dat zou toch slordig zijn! De ene na de andere 125 en 250 cc
crosser spuit aan me voorbij. Die dingen gaan toch nog best snel als je weet hoe
het moet. Gelukkig heb ik 450cc bij me dus die heuvel moet ik opkomen. Als ik
de motor maar recht houd... Ik overweeg een derde kop koffie, maar Ruud is er
helemaal klaar voor en ik kwam hier toch om te rijden? Gespannen maak ik de
motor los op de trailer en kleed me aan met al het plastic dat ik heb aangeschaft.
Je mag niet rijden naast de baan, dus ik loop met de motor aan de hand naar het
hek. Ik zweet nu al. Terwijl ik mijn helm en handschoenen vastmaak, zie ik naast
mij Ruud klaar staan. Hij lijkt geen enkele angst of last van zenuwen te hebben.
Ik wel. Ik vind het behoorlijk spannend, maar ik heb er ook veel zin in. Eerst die
helling maar op en daarna zien we wel. Ik start de motor met de startknop. Dit
wordt in de scene niet al stoer ervaren, maar het scheelt mij een hoop energie. En
vier uur later zou Ruud stinkjaloers op me zijn. De Husaberg klinkt rauw en bijna
gretig. Hiervoor heeft hij drie jaar klaar gestaan in de Showroom in Zwartebroek.
Eindelijk mag hij de baan op en doen waarvoor hij is gemaakt. Met mijn linkervoet
tik ik de motor in zijn eerste versnelling en ik rijd de baan op. Meteen glijdt mijn
voorwiel weg en ik knijp in mijn rem. Eerst even recht klaar staan voor die bult.
Een blauwe vlek schiet langs mij heen. Het is Ruud die niet langer kan wachten. Ik
zie hem wat glibberend de heuvel op stormen en bijna omvallen vlak voor de top,
maar hij haalt het en verdwijnt achter de berg zand. Voor mij is dit het startsein
om gas te geven. Ik laat de koppeling opkomen en geef een dot gas. Onder mij
begint mijn achterwiel te spinnen maar de noppen krijgen langzaam grip en met
een kleine wheely stuif ik op de berg af. Mijn enige angst is het niet te halen dus
ik geef gas bij. Ik kijk alleen maar naar de bult zand voor me en de diepe sporen
in het mulle zand duwen me van links naar rechts op de baan. Van enige controle
is geen sprake. De top komt dichterbij en het euforische gevoel bekruipt mij dat ik
het ga halen! Vlak voor de top glijdt mijn voorwiel weg en even dreig ik onderuit te
gaan. Nog meer gas erbij! Ik heb geleerd van Willem, de vorige eigenaar van mijn
tweedehands crossbroek, dat in penibele sitiaties ‘gas erbij’ altijd werkt. Ook nu, ik
haal de top met een snerpende en donderende herrie. Het is geen moment bij me
opgekomen om te schakelen! In de eerste versnelling neem ik de eerste 500 meter
van de baan. Stuiterend van links naar rechts, geulen en knippen ontwijkend. Totdat
een bocht naar rechts mij naar het zand trekt. Mijn voorwiel neemt het kommetje
aan een andere kant dan mijn achterwiel. Hier heb ik geen antwoord op, dus ik
probeer de situatie op te lossen door het gas dicht te draaien. Binnen een seconde
geeft mijn helm kopjes aan het zand van de kombocht. Als ik mijn ogen open doe
zie ik benzine uit de tank stromen en ligt mijn motor op zijn kant. Gelukkig krijg ik
hem snel weer overeind. Ik ga naast de motor staan en spring er weer op. Meteen
val ik om naar de andere kant. Heftig hijgend doe ik hetzelfde nog eens en deze
keer blijf ik staan. Mijn eerste minuut zit er op. Ik ben volledig uitgeput.
In mijn dromen in Avoriaz ging het allemaal een stuk gemakkelijker. Leren rijden
lijkt eigenlijk enorm op leren skiën, zeker als je al wat ouder bent. Zet je zelf zonder
enige ervaring bovenaan een zwarte piste en spring naar beneden. Dat gevoel
krijg je ook als je je eerste meters op een crossbaan maakt. Zeker in Nunspeet.
Potver, wat is dit zwaar. Je zou denken dat de motor wel wat werk voor je verricht,
maar ik geloof werkelijk dat het gemakkelijker was geweest om de eerste ronde
rennend door het zand af te leggen. Het mulle zand en de diepe geulen gooien je
alle kanten op en je gebruikt al je kracht om de motor een beetje recht te houden.
Net als je denkt dat je de boel weer een beetje op de rails hebt, komt er opeens een
enorme springbult. Ook hier geldt het advies “ gas geven” maar als je geen idee
hebt van wat er zich achter de bult bevindt en je al helemaal niet weet hoe je het
beste kunt gaan landen is dat niet de meest natuurlijke handeling. Toch lukt het me
een beetje om op de bulten vaart te houden. Het zijn met name de bochten waar ik
de meeste moeite mee heb. Te veel vaart en je glijdt zomaar naar buiten, te weinig
vaart en je valt eenvoudigweg om naar binnen.

Na het eerste rondje in Nunspeet ga ik enigszins teleurgesteld maar toch ook trots
terug naar mijn parkeerplek. Het is me zwaar tegengevallen, maar ik ben enorm
blij dat ik mijn eerste rondje heb gereden. Op de parkeerplaats kom ik Ruud tegen.
Hij heeft het eerste rondje een halve minuut sneller afgelegd dan ik. Zijn gezicht
staat op onweer. Zijn onderlip trilt. Zijn droom is ook even in duigen. “Wat is dit
moeilijk en zwaar zeg, ik leer dit &@9!FxCK?# nooit!” waren zijn memorabele
eerste woorden. Om het voorzichtig te zeggen: het is Ruud ook wat tegengevallen.
Eigelijk wil hij nu meteen naar huis. Ook is hij een keer of vier onderuit gegaan en
heeft bij gebrek aan electrische starter de motor dus vier maal weer aan moeten
trappen. Nu heeft Ruud een betere conditie dan ik, maar uitgeput raak je vanzelf
van zo’n kickstarter. We lopen terug naar de baan met een flesje water en een
paar krentenbollen om even bij te komen van de eerste schrik. Daar komt Niels
voorbij. Voor zijn derde of vierde ronde. Rustig glijdend gaat hij de heuvel op
om vervolgens sierlijk de hoek om te springen. De volgende rijder doet hetzelfde,
maar gaat daarbij ook nog eens drie maal zo hard. De sprong is evenzoveel groter.
Het lijkt wel of hij op glad asfalt rijdt. Gaan wij dit ook leren? We kunnen het ons
nauwelijks voorstellen.

Aan het einde van de dag hebben Ruud en ik allebei een rondje of zes gereden.
Hoewel het niet gemakkelijker is geworden, geven de laatste rondjes mij iets meer
vertrouwen dan de eerste. Ook Ruud heeft er meer vertrouwen in gekregen. We
realiseren ons dat het wel even gaat duren voor we de anderen enigszins gaan
bijhouden. Wel zien en leren we dat het echt gemakkelijker wordt als je meer gas
geeft. Hoe harder je gaat hoe minder last je hebt van de ondergrond. Net als bij
skiën. Dit principe houdt me op de been, elke keer als ik val is het met lage snelheid.
Zie je wel, gas geven! Vanaf de tweede ronde heb ik ook maar eens geprobeerd
de tweede en derde versnelling te gebruiken. De paniek is iets minder, dus het lukt
een beetje om in de juiste versnelling rond te gaan. Het is dan gemakkelijker het
vermogen van de motor te controleren. De vierde versnelling heb ik niet gehaald.
Wie zei ook alweer dat 250cc te weinig zou zijn? Het kost duidelijk moeite de
450cc’s in bedwang te houden. Tegen vijf uur in de middag rijden we naar huis. Ik
ben echt moe en voel overal de spierpijn opkomen, maar het is een heerlijk gevoel
om de eerste echte stappen naar het leren rijden te hebben gezet. ‘s Avonds vertelt
iemand me op motor-forum.nl dat Nunspeet bekend staat als de zwaarste baan
van Nederland. Voldaan zak ik tegen half negen, het is nog bijna licht, in een diepe
slaap.
henk-v
Berichten: 1722
Lid geworden op: di aug 20, 2002 19:52
Locatie: enspijk
Contacteer:

6 april: Naar Duitsland?

Een paar dagen na onze “ deceptie” zijn we de meeste negatieve ervaringen al weer vergeten en via internet houden we contact over de eerstvolgende bestemming. Het is leuk om met iemand je ervaringen te delen, zeker als je in dezelfde fase van een leertraject zit. Ruud heeft nog geen rijbewijs dus is afhankelijk van anderen die hem meenemen. Ik ben vrij druk en probeer ook het golfen een beetje op peil te houden. De competitie is tenslotte ook weer begonnen. In elk geval wil ik elke twee weken rijden, zodat ik voldoende tijd heb om de spierpijn te vergeten. We besluiten om 6 april weer te gaan. Niels kent een leuke baan in Duitsland, net over de grens. De zwaarste baan van Nederland heb ik nu gehad, dus laat die Duitse baan maar komen! Het is bijna twee uur rijden, want 80 km per uur op de snelweg met een aanhanger schiet niet echt op. Als we rond één uur aankomen blijkt dat de baan gesloten is wegens geluidsoverlast voor de buren. Dat is ook niet zo raar, want de baan blijkt een semi-illegaal terrein te zijn waar een crossbaan zonder vergunning is aangelegd. De omwonenden vonden dat prima zolang er af en toe een handje vol crossers actief was, maar nu zelfs uit Nederland hele horden over de baan gaan wordt het ze wat te gek, en is er geklaagd. Ook niet zo vreemd natuurlijk, maar wij staan voor Jan met de korte achternaam, twee uur van huis zonder zand om mee te spelen. Een blik op de landkaart leert dat Emmen de snelst bereikbare baan is. Dat extra half uurtje kan er nog wel bij, dus we stappen in de auto en rijden verder. Tegen twee uur zijn we op locatie. De baan is tot vijf uur open dus we kunnen nog drie uur rijden. Die maak ik toch niet vol, dus tijd zat. Ook Emmen is een redelijk zware zandbaan, maar meer met wit zand dan het grijze boszand in Nunspeet. De baan is wat kunstmatiger aangelegd en overzichtelijker door het open terrein. Er zitten een paar pittige springbulten in en een enorme tafelschans die meer op een berg lijkt dan een springbult, maar na mijn avontuur in Nunspeet ben ik niet zo bang meer en spring op de motor om de baan te verkennen. Tjonge, ik was vergeten hoe zwaar het was. Na de eerste ronde en een valpartijtje ben ik al weer aardig aan het hijgen. Ik besluit even wat te gaan drinken om me voor te bereiden op de volgende ronde. Ik vind dat ik minstens twee ronden moet kunnen rijden. Ik heb op internet gelezen dat je door te staan op je motor meer controle hebt en dus gemakkelijker rond komt. Ik probeer dus vrijwel de twee hele ronden te staan, en hoewel dat redelijk gaat merk ik dat je bovenbenen snel verzuren als je al je spieren zo hard mogelijk aanspant. Het zal wel niet de bedoeling zijn, maar het gaat nog even niet anders. Na rondje twee en drie ga ik weer even naar de kant om bij te komen van de prestatie die ik geleverd heb. Ik zie de anderen ook ploeteren en genieten tegelijk, het is een uitdagende baan. Gelukkig wint ook bij Ruud het plezier het van de teleurstelling als het even niet gaat. Na de tweede pauze slaat het langzaam groeiende vertrouwen heel “ verrassend” om in wat overmoed. Hoewel ik eigenlijk nog steeds niet kan spreken van echte kennis over de rijtechniek, probeer ik de bulten echt te springen. Het viel me ondertussen al eens op dat een wat oudere man langs de baan mij aanwijzingen leek te geven door met zijn armen wild de lucht in te slaan alsof hij de “ wave” doet, maar dan in zijn eentje. Het duurde niet lang voordat ik erachter zou komen dat hij bedoelde dat ik misschien beter wat aan mijn stuur kon trekken om te zorgen dat ik op mijn achterwiel zou landen. Als je nog fit bent is het wat makkelijker om een landing op je voorwiel op te vangen. Maar het blijft niet goed gaan. Nu weet ik inmiddels dat je beter op je achterwiel kunt landen en dan een dot gas kunt geven, zodat je de impact opvangt en weer naar voren stuift. Op 6 april 2007 dacht ik daar echter nog anders over. Of eigenlijk: dacht ik daar nog niet echt over na. Het moest dus wel een keer fout gaan... En ja hoor, na een rondje of 6 kwam ik met een sierlijke boog weer op mijn voorwiel in het zand. Dit keer lukt het echter niet om de motor recht te houden, en klapte mijn stuur dubbel. Het gevolg daarvan is vrij voorspelbaar, en inderdaad, ik ging over de kop. Dat was nog niet zo erg, maar ik had natuurlijk de slechtste plek uitgekozen om dit te doen. Direct naast de baan bevond zich een talud dat zo’n twee meter naar beneden liep. Dus daar waar ik dacht te landen, bleek ik nog twee meter af te moeten leggen alvorens kennis te maken met de harde Drentse turfgrond. Baf! Tjonge wat is die grond hard. Ik had een koprol gemaakt en lag uiteindelijk met mijn gezicht (in mijn helm) plat op de grond. De Husaberg had geprobeerd hetzelfde te doen, maar was halverwege de afgrond blijven hangen. Wel stonden de wielen omhoog. Gelukkig was de motor afgeslagen. Er liep natuurlijk benzine uit de tank, en ik wist dat het ondersteboven liggen van de motor erg slecht is voor het motorblok omdat olie nu eenmaal naar beneden hoort te lopen en niet naar boven. Heel even checkte ik mijn vitale onderdelen, maar ik kon opstaan en was daar al heel blij mee. Snel keerde ik mijn motor om en zette hem op de standaard. Toch maar even zitten. Ugh, zo’n klap komt best aan. Mijn scheenbeen heeft wat geraakt, en die kras op m’n helm is eigenlijk te groot om een kras te heten. Meteen nadat je (flink) valt stoppen er mensen om te kijken hoe het met je gaat. Dat is fijn, want als er echt iets aan de hand is heb je die hulp ook nodig. Daarnaast is het een soort van erkenning van de ernst van je val en dat verzacht de pijn een beetje. Aangezien ik m’n duimpje nog omhoog kreeg voor akkoord, reed de toevallige passant door en kwakte, per ongeluk, een dot zand in mijn gezicht. Mooie sport, dat motorcrossen.. In de paardensport wordt je na een val, of je wilt of niet, meteen weer in het zadel gehesen om over je val heen te komen. Deze raad heb ik mezelf ook maar gegeven dus ik heb nog een rondje gedaan. Het zag eruit als de intocht van Sint Nicolaas. Als het niet om het tempo was, danwel om de rookwolken die uit mijn motor kwamen. Het ondersteboven liggen had wat olie getransporteerd naar plekken waar het niet hoort te komen en deze olie wilde wel als blauwe rook naar buiten. Het leek wel een stoomboot. Om de anderen het zicht verder niet te ontnemen verliet ik het parcours en begon met het inpakken van mijn spullen en motor. Na een uurtje zat ik op de snelweg richting Apeldoorn. Normaal zitten mijn autostoelen heerlijk, maar dit keer viel dat wat tegen. Die avond, onder de douche kon ik rustig de balans opmaken van mijn eerste echte crash. Ik moest er wel om lachen. Ik heb een hekel aan pijn, maar toen ik aan dit avontuur begon wist ik dat het niet gemakkelijk ging worden en dat vallen en dus pijn “ part of the game” was. Dat maakt het gemakkelijker om het te accepteren. De score, een flinke deuk in mijn been, schaafwond op mn schouder, knoop in mijn rug en tand door de lip viel eigenlijk wel mee. De Husa was er met een afgebroken voorspatbord, gescheurd zadel en gebroken koppeling eigenlijk slechter aan toe. Van de week maar weer even naar Zwartebroek voor wat geneesmiddelen...
henk-v
Berichten: 1722
Lid geworden op: di aug 20, 2002 19:52
Locatie: enspijk
Contacteer:

28 april: Een echte crossbaan

Het is bijna Koninginnedag en vandaag gaan we rijden in Sint Isidorushoeve. Een baan in de buurt bij mijn crossmaatje Ruud. We komen aan als het nog rustig is, maar je merkt aan alles dat dit een volwassen circuit en accommodatie is. Als je het parkeerterrein oprijdt, stuit je meteen op een enorme bult waar met een rotgang motoren overheen denderen. Erg indrukwekkend, moet ik daar ook rijden?
Ergens hoop ik dat die plek de “ver gevorderden baan” is ofzo, maar die bestaat natuurlijk helemaal niet. Ik overweeg even vandaag te kiezen voor het kleine 65cc baantje. Voor de kleine kinderen. Wat kun je jezelf toch bang maken. Tegen de tijd dat alles aangetrokken is aan plastic en crosskleding, haal ik mijn motor van de trailer. Athans, dat probeer ik. “Gelukkig” ben ik al lekker ingepakt want het is stervensheet. Ik trek me suf aan de Husaberg maar die komt geen centimeter van zijn plaats. Zo zwaar is hij toch niet? Ik loop om de motor heen om te kijken wat er aan de hand is. Als ik aan de voorkant van de trailer kom zie ik het probleem. Een zwart kettingslot zit om mijn voorwiel en houdt zich kranig vast aan de steun op de trailer. In al mijn ijver om mijn motoren thuis netjes op slot te houden heb ik de Husa vastgeketend. Maar denk niet dat ik zo slim ben geweest om een sleuteltje in de auto te bewaren. Nee, die ligt heel handig op een niet voor de hand liggende plek. Thuis. Een mooi trainingsmiddagje dreigt in het honderd te lopen door een suf stukje ijzer. Inmiddels is het al aardig drukker op het terrein geworden en ik besluit om mij heen te gaan vragen of iemand een oplossing kan aandragen. Ik hoop op een betonschaar, maar acht de kans dat deze aanwezig is niet zo groot. Gelukkig heeft een vriendelijke GasGas rijder de oplossing. Een klein ijzerzaagje. Ik besluit me toch maar weer uit te kleden, want dit gaat we even duren. En inderdaad, een half uur en een kleine liter zweet later ben ik door de schakel heen en kan ik de motor van de trailer rijden. De dag kan beginnen.
‘’Hoeve” zoals de baan liefkozend genoemd wordt is met recht een echte baan. Grote kombochten en flinke heuvels worden afgewisseld door snelle rondingen, mul zand en gemene knippen. Alles zit er in, en ik heb het idee dat ik het voor mijn doen redelijk kan controleren. Dat is een prettig gevoel. er zit echter één smerige steile helling in de baan waar ik lastig van af kom. Goed, beneden kom ik wel, maar meteen erna zit een gemene bocht naar rechts waar ik niet lekker uitkom en bij bijna elke ronde val ik dan ook om. Na een korte pauze ga ik voor de tweede keer de baan op en nu gaat de vervelende combinatie van de afdaling en kombocht een stuk prettiger. Als je terugrijdt naar de paddock, moet je door een klein tunneltje. Opeens realiseer ik me dat ik onder de baan doorloop, waar ik bij het binnenkomen van het terrein zo angstig naar gekeken heb. De snelle bult blijkt een leuke vlakke sprong te zijn waar ik helemaal geen moeite mee heb gehad, sterker nog, ik heb niets eens gemerkt dat dit de heuvel was waar ik zo tegenop keek. Zo zie je maar, angst heb je natuurlijk niet voor niets, maar het is vaak een slechte raadgever. Had ik toch bijna om niets met de kleuters op de 65cc baan gereden de hele middag... Op weg naar huis beginnen de armpjes en bovenbenen al te gloeien. Ik moet echt aan die kracht- en conditietraining gaan werken...

www.dakar2012.nl
henk-v
Berichten: 1722
Lid geworden op: di aug 20, 2002 19:52
Locatie: enspijk
Contacteer:

7 mei: Training van een kampioen


Na al het gespeel op de crossbanen is het nu tijd voor wat gestructureerde training. Al met al leer ik van alles, maar echt weten wat ik doe is er nog niet bij. Met de Husa rijd ik naar Henk Seppenwoolde in Rijssen. Henk is een oud-kampioen in de 125cc en rijdt met zijn ogen dicht nog sneller dan wij, de 4 cursisten, bij elkaar We leren bijvoorbeeld hoe je moet remmen in het zand. Dat is handig! Nooit geweten dat je zo hard kom remmen in het zand en het nog kan controleren ook. Verder concentreren we ons op de bochten. Ook deze techniek gaat me helpen op de baan! De hele ochtend besteden we aan het oefenen van de geleerde les. Tijdens de lunch krijgen we een goede, vette gehaktbal. Zo eentje waar je in een truckerscafé van droomt. Alleen daarom al was ik graag naar Rijssen komen rijden. ‘s Middags maken we een tocht door de omgeving. Henk kent de weggetjes waar je nog mag rijden,en na een kilometer of 50 komen we bij een klein illegaal maar gedoogd baantje. Henk kwam hier al als kind en rijdt staand over de baan maar zonder de baan te volgen. Het feit dat hij de helft van een voet - een ongelukje tijdens een valpartij in de jaren 80 - moet missen, lijkt niet echt invloed te hebben op zijn balans. We volgen hem zo goed we kunnen maar liggen natuurlijk om de haverklap omver. Je evenwicht bewaren is gemakkelijker als je snelheid hebt, maar staand en dwars over een baan figuren rijden met hoge snelheid is geen goed idee. Oftewel; ook dit is weer een leerzame oefening. Tijdens de broodnodige pauzes praat ik met Henk even over Dakar. Hij heeft er zelf wel eens over gedacht, maar heeft nooit de motivatie gehad om er voor te gaan. Ik krijg tips over training en krachttraining. De beste les: veel staan op de motor en alleen zitten als het echt niet anders kan. De rest van de middag, terwijl we via een mooie route met afwisselende zandpaden terugrijden, probeer ik de hele weg op mijn voetsteunen te staan. Dit zou moeten kunnen zonder dat je er heel erg moe van wordt. Dat gaat helaas niet op. Na elk minuutje staan moet ik echt even gaan zitten. Ik doe duidelijk iets nog niet goed. “Uiteraard” ligt dat niet aan mij. Ik besluit tijdens het rijden om de volgende dag meteen naar de motorshop te gaan om stuurverhogers te plaatsen. Ik wijt de vermoeidheid aan mijn lange benen, waardoor ik niet ontspannen kan staan en mijn stuur kan vasthouden. De gedachte alleen al dat ik een oplossing in mijn motor kan vinden, ontspant me meteen. Dat door de afleiding in mijn hoofd ik een stuk ontspannener ben gaan rijden en ik dus makkelijker kon staan (en blijven staan) komt op dat moment niet bij me op. Stuurverhogers moet ik hebben, stuurverhogers...!


www.dakar2012.nl
henk-v
Berichten: 1722
Lid geworden op: di aug 20, 2002 19:52
Locatie: enspijk
Contacteer:

23 mei: Een goede voorbereiding...
Eindelijk gaan we dan eens trainen in Lochem. Ruud, Niels en ik willen al sinds
we begonnen zijn dit jaar naar deze baan toe. Lochem is de thuisbaan van
Daniël Willemse, meervoudig Zijspan Crosskampioen, en in 2007 voor het eerst
deelnemer aan de Dakar rally. Kort geleden heb ik met hem een afspraak gemaakt
om te kijken hoe hij mij kan helpen, en ik hem. Met mijn netwerk en een aantal
ideeën kan ik hem wellicht wat op weg helpen met zijn sponsoring en kan hij
mij wat helpen met mijn techniek en andere praktische zaken. Vandaag is het
dan eindelijk zover, we gaan naar Lochem. Het heeft twee dagen hard geregend,
maar het is gisteren droog geworden en het lijkt de goede kant op te gaan. Ik ben
benieuwd hoe het rijden op een natte baan zal zijn, want dat wordt de eerste keer.
Na alles ingepakt en aangetrokken te hebben wat mee moet en de motor op de
trailer te hebben gezet, rijd ik Apeldoorn uit en de snelweg op. Vlak bij Lochem
tref ik Ruud en Niels en het laaste stukje rijden we samen naar de baan. En ja hoor,
alweer een onverwacht leerzame middag valt ons ten deel. Regen en crossbanen
blijken niet zo goed samen te gaan. Een beetje regen is geen probleem, maar twee
dagen plenzen maakt de baan zo nat dat deze meteen kapotgereden wordt. De
baan is dan ook gesloten. ‘Hadden we even op de website gekeken, dan hadden we
hier niet voor niets gestaan’, merkt één van ons droog op. We zijn natuurlijk enorm
teleurgesteld. We hadden ons op de baan verheugd en hadden zin om te rijden. Ik
herinner me de oefeningen van eerder die maand bij Henk Seppenwoolde. Holten
en Rijssen liggen vlakbij Lochem. Om onze behoeften te bevredigen die middag
besluiten we een paar oefenrondjes te rijden op de illegale gedoogde minibaan van
Henk. Echt crossen is het niet, maar de motor wordt er flink vies van en we zijn
blij dat we uiteindelijk nog even gereden hebben. Niels heeft een camera bij zich
en filmt ons een hele ronde. Dat dit überhaupt kan geeft al aan dat het een klein
baantje is. Echt snel gaat het allemaal niet, zo blijkt als ik later het filmpje terugkijk.
Toch ben ik trots als een pauw. Het is mijn eerste rijdfilmpje, en later zou ik een
leuk referentiemoment hebben om mijn vorderingen aan te toetsen. Vandaag eerst
maar eens naar huis, via Blinq. Eerst 15 kilo modder verwijderen en dan lekker
onder de warme douche.

16 juni: Rijden in Duitsland
Bij terugkomst in Nederland na een heerlijke vakantie in Italië loop ik twee weken
motor-forum.nl achter, en het doel deze week is Borger geworden. Een klein plaatsje
ter hoogte van Assen, net over de grens in Duitsland. ‘Slechts’ 2,5 uur rijden, ik lijk
wel gek. Maar goed, het was alle moeite waard want bij aankomst blijkt: prachtige
baan! Het is lekker weer en de baan heeft veel zand maar voldoende stevigheid
om lekker rond te gaan. De springbulten zijn niet al te moeilijk, op één na achter
in het circuit. Al bij de eerste ronde merk ik dat dit een gemeen en scherp bultje is.
Oppassen dus. Het lukt me aardig om een paar rondjes achter elkaar te rijden, al
word ik na een uur of twee wel moe. Ik ga langs de kant van de baan zitten en kijk
hoe de andere jongens over het parcours scheuren. Grappig, een maand of vier
geleden wist ik van het bestaan van deze wereld nauwelijks af en nu zit ik er bijna
elke twee weken midden in. Vooral het contrast met, bijvoorbeeld, de golfwereld
vind ik leuk. Ik maak voor Niels een paar foto’s met zijn camera, want ook in deze
wereld geldt wat overal geldt; men is ijdel en ziet zichzelf graag in een mooie
pose hangend in de lucht of glijdend door een bocht terug. Je onthoudt tenslotte
graag de mooie manoeuvres en dat gaat het beste met een mooie actiefoto. Dat
ook slechte manoeuvres gemakkelijk te onthouden zijn zou ik diezelfde middag
nog merken. Na mijn uurtje pauze stap ik op en begin aan een sessie van drie
(geplande) ronden. In de tweede ronde rijd ik een van de kombochten met een
redelijk hoge snelheid in en neem zowaar de bocht licht hellend met enige wielspin
en glijdend achterwiel. Dat had er op een foto mooi uitgezien. Ik wil vervolgens
gaan verzitten, wat meer naar achteren op het zadel, want ik weet dat de volgende
jump de gemene scherpe sprong achter op het circuit is. Wat er precies gebeurt
weet ik op dat moment niet, het gaat te snel om te registreren en te verwerken,
maar door het verzitten geef ik een rukje aan mijn gashandle, wat er voor zorgt
dat de motor naar voren spuit. Een Husaberg heeft nu eenmaal redelijk wat power!
Door deze actie kom ik wat te ver achterover op het zadel te zitten en ik probeer
me naar voren te trekken aan het stuur. Heel even begrijp ik het belang van het
klemmen met je benen aan de motor, want trekken aan het stuur zorgt ervoor dat
je nog meer gas geeft en dus nog verder achterover komt te hangen en daardoor
nog meer snelheid ontwikkelt. Dat was nu precies niet de bedoeling, met over
tien meter een flinke steile schans voor me. De vermoeidheid en het gebrek aan
controle met mijn benen breekt me op. Het lukt me niet om weer naar voren op
de motor te komen. Mijn rechter hand verkrampt en ook het gas dichtdraaien
blijkt een handeling te zijn die op dit moment mijn capaciteiten te boven gaat.
Met steeds hogere snelheid en achteroverhangend nader ik de schans. Op het
moment dat ik de schans oprijd weet ik al dat ik niet ga landen zoals gepland. Kort
vraag ik me af waar ik de pijn als eerste zal voelen. Vreemd hoe rustig je daar
op zo’n moment over na kunt denken, want er zijn betere onderwerpen lijkt me.
Ik voel hoe de schans onder me verdwijnt en ik zwevend het luchtruim kies. Het
lijkt seconden te duren en ik verbaas me hoe lang het duurt voordat de klap komt.
Opeens realiseer ik me dat het loslaten van mijn motor op dit momen een goede
optie is. Het lukt me om mijn handpalmen te openen en met mijn voeten duw ik
de motor van me af. Vlak daarna raakt mijn rugprotector als eerste de grond. Een
meter of vier achter de schans komen mijn motor en ik gelijktijdig weer op aarde.
Na mijn rug hebben mijn kont en mijn helm de eer om kennis te maken met de
Duitse bodem. Na twee meter stofschuiven kom ik tot stilstand. Au. meteen ga ik
op zoek naar de plek van de breuk of ander letsel. Wonderbaarlijk genoeg trekt
overal de pijn weg en kan ik gewoon opstaan. Toch maar weer even gaan zitten...
Een beetje duizelig maar helemaal bij kennis zit ik me te verbazen over het gebrek
aan letsel. Wat schaafplekken en een beurse kont, maar verder niets! De Husa
klaagt niet maar is er minder goed aan toe. Het stuur steekt aan de rechterkant fier
de lucht in, alsof het een vinger wil opsteken die zegt “ik heb ook pijn, eikel!”. Een
vriendelijke Duitser helpt me weer op mijn motor en ondanks de visuele protesten
start de Husaberg meteen. Wat een motor! Het sturen is knap lastig met een half
stuur maar het lukt me de ronde langzaam af te maken en de motor op de trailer
te laden. Bij het wegrijden roept een Duitster nog heel vriendelijk “kaputt??” Ja
wat denk jij dan.. zie je wel dat het klootzakken zijn... Met een groeiend aantal
ontdekte blauwe plekken rijd ik rond vier uur naar huis. Het hoort erbij, met vallen
en opstaan. Zonder het verleggen van je grenzen leer je te weinig. Maar het doet
wel pijn...

20 juni: Reparaties
Ik heb de motor zover als ik kon uit elkaar gehaald om de schade van mijn backflip/
zweefduik te kunnen inschatten. Het was een leerzame exercitie en zowaar is het
me gelukt alles ook weer in elkaar te zetten. Ik heb echter een nieuw stuur nodig

en voor de zekerheid en ter controle laat ik dat toch maar even bij Brouwers
doen. De jongens zijn zo vriendelijk om niet te lachen als ik met de motor en het
omhoogwijzende vingertje alias stuur binnenkom. Een paar dagen later is alles
weer race-klaar en staat de motor weer in de schuur. Juni is een drukke maand en
ik heb pas half juli tijd om weer echt te trainen. Tot die tijd vermaak ik me met wat
simpele oefeningen en wat conditietraining. Mijn blauwe plekken zijn blij met de
verdiende rust en enkele weken later ben ik net als de Husa weer startklaar.
13 juli: Tweede poging Lochem
Weer een poging: trainen in Lochem, eindelijk. Dit keer is de baan wel open en
ondanks het mooie weer check ik toch maar even de website. De baan is ondanks
wat natte plekken gewoon open, dus ik kan op pad. Zodra ik de snelweg opdraai word
ik vergezeld door een Ford met daarachter een aanhanger met twee gele motoren.
Het lijken mij Suzuki’s en verdomd het klopt. Een half uur rijden ze achter en voor
me en de heren nemen dezelfde afslag als ik en draaien ook het circuitterrein in
Lochem op. Danny en Maarten komen inderdaad ook uit Apeldoorn en zijn voor
het eerst in Lochem. Ze hebben wat meer ervaring dan ik maar zijn nog nooit in
Lochem op de crossbaan geweest. Dit keer rijd ik voor het eerst op een natte echte
baan en dat is best even wennen maar het gaat verbazingwekkend goed. Ik houd
me braaf aan mijn voorgenomen schema en kom de middag zonder kleerscheuren
door. Al met al rijd ik een rondje of 15 en hoewel het springen niet helemaal
vanzelf gaat blijf ik er steeds opzitten en kan ik opgelucht weer naar huis. Een
weekje later spreek ik af met Danny en Maarten op Zuidbroek, een bouwterrein in
Apeldoorn. Ze hebben een minibaantje gemaakt dat goed voldoet als oefenterrein
voor bochten, vooral in een natte ondergrond. En: geen springbulten!

Het hele verhaal kan je natuurlijk ook even bestellen op www.dakar2012.nl
Plaats reactie