Polen, het reisverhaal
Geplaatst: do jun 15, 2006 16:16
Afgelopen weekend was het dan zover…
Samen met m’n nieuwe maat Ad begonnen aan de rit naar Onstwedde.
(Als je in Brabant ooit iemand op een enduro tegenkomt, spreek ‘m dan gerust aan met ‘Ad’, heb je geloof ik dikke kans dat je goed zit…)
Onstwedde was trouwens al een expeditie op zich vanuit het Eindhovense.
Bij aankomst stond de bus al te wachten.
Ik mag verekken als ik daar al niet ooit eerder ingezeten heb, naar school..
In de voorkant van de bus was een U vormige zithoek gemaakt, die later werd omgebouwd tot een bed waar we net om en om naast
elkaar op pasten. Achterin stonden de motoren en lag de reservechauffeur.
Lekker knus, lepeltje liggen met een stel kerels die je net een paar uur kent en eigenlijk beter voor je rug dan een ‘slaap’stoel in een touringcar.
Eenmaal op weg begon de kennismaking in de sfeer van een paar kleine jongens onderweg naar een schoolreisje.
Een beetje gespannen voor het onbekende wat ons te wachten stond.
Zo te zien nogal wat. De motoren waren voornamelijk oranje, de helft was 300 cc stinkwheel en twee hadden zelfs groene schilden en startnummers. (slik)
De gidsen bleken mannen te zijn van ijzer die al NK reden toen ik nog een plannetje was.
Die douchen met koud water en hun tanden poetsen met kokend lood en accuzuur.
Ab de Groot (What’s in a name) had een paar handen waar je bijna bang van zou worden.
Zo te zien tilt ie je wel desnoods met motor en al over de berg heen, da’s dan weer mooi.
Henk gaf een knikje dat het allemaal wel goed kwam.
Het Motocross hotel: zo te zien net (bijna) klaar en keurig.
Niks op aan te merken, behalve dat er (nog?) geen afspuitplaats was voor de motoren en niet veel gelegenheid om te sleutelen. Gereedschap/onderdelen/banden had ik gelukkig toch ook maar zelf meegebracht.
Dan het rijden.
Na een paar paadjes kwam het eerste obstakel.
Door een slootje heen, met meteen een klimmetje van een meter of drie, met wat keien en wortels.
Achteraf niks bijzonders meer, maar zo als eerste confrontatie was ie al behoorlijk imponerend.
Ab ging voor, daarna de twee die later de betere rijders zouden blijken te zijn.
Folie kwam als vierde. Haalde ‘m net niet en flikkerde terug naar beneden.
Vervolgens opnieuw vanuit dat slootje met een hoop gesleur en gebrul om boven te komen.
Eenmaal boven en enigzins van mijn hartaanval bekomen zag ik dat degene achter mij ook in de problemen was gekomen.
Godzijdank, want ik moest nog even bijkomen. 10min onderweg en mijn longen al uit mijn lijf.
Dat beloofde nog wat.
Toch maar even kijken bij H. Die kwam inmiddels ook net boven.
Verloor bij het wegrijden eventjes z’n evenwicht en reed recht op de rand van die richel af.
Kon nog net stoppen op het plekje waar ik stond.
Ik hing achterover over de rand en greep me vast aan . . H z’n gaskabel….
Heb me toen maar laten vallen en rolde naar beneden –plons- met m’n gatje in het water. 1 seconde later plonste ook H naast me neer.
U gotta love this shit. Het zou niet mijn laatste duik zijn van het weekend.
Bij het uitrijden van die duiker onder de weg door ben ik uitgegleden.
‘links aanhouden,’ had Ab tegen de rest gezegd. ‘Jij eerst’, zei de rest tegen mij.
Wel m’n motor redelijk droog gehouden. Bij de eerste duik stond ie boven op de standaard.
De tweede dag heb ik het nog een keer gepresteerd om in de rivier te vallen en mijn motor 3 meter hoger op het pad achter te laten.
Gaf niks, ‘t was lekker weer.
Alleen om me nou voortaan vijverfolie te gaan noemen, dat vind ik flauw.
Ik was trouwens niet eens de enige.
Gelukkig waren dit maar aanloopverschijselen.
Het is ff wennen aan de ondergrond en het klimmen,
maar de groep sloot lekker bij elkaar aan en na een tijdje ging iedereen redelijk vlot door de obstakels heen.
Ik heb mezelf in ieder geval flink overtroffen.
Het is lastig op foto vast te leggen hoe steil zo’n berg is.
Er waren klimmen bij van honderden meters, waarbij je geen schijn van kans had om een herstart te maken.
Falen betekent terug en opnieuw.
Dan wil je ze op den duur toch wel gaan halen…
Moet je zien: zo’n skipiste lijkt op de foto een enigszins hellend weiland.
Tweede foto is van (niet helemaal) boven. Nauwelijks te voet te beklauteren.
Ook mooj:
Ook in Polen heb je trouwens ‘takkenleggers’.
Net als bij ons kunnen dat zo te zien geen echte natuurliefhebbers zijn.
Ze pakken hun zaakjes wel wat grondiger aan…
Mooi dat ik deze wel droog gefikst heb…
Bijna aan het eind van de tweede dag sloeg dan het noodlot toe voor onze Adje.
Ad had zich vanaf het begin als een ouwe vos moeten weren tussen de jonge honden.
Nou ja, het leeftijdsargument zullen we maar niet te zwaar laten wegen, gezien de onze gidsen.
Het zou ook kunnen komen omdat ie de enige blauwe was tussen het oranje geweld, en feit is dat z’n dealer ‘m had laten zitten met z’n achterband.
We kwamen op een mooi strak pad schuin omhoog en het gas ging er flink op.
Was een beetje aan de schaduwkant en daarom lagen er nog wat natte plekken.
Ad z’n achterwiel gleed naar links, Ad stuurde tegen en kreeg teveel grip met z’n voorwiel en werd over z’n stuur heen links van het pad af gelanceerd. (Adje van het padje)
Ad voorbij het bosje, motor ertegenaan. Had erger gekund.
Hierna was het echter wel exit voor Ad met een gemeen opzwellende pols.
Gelukkig houdt ie ook van voetbal en schijnt ie zich niet te zeer te hebben verveeld.
Wat we ook erg jammer vonden is dat ie het trekkoordje van z’n airbagjas niet had vastgemaakt.
Dat had ik nou toch zo graag eens willen zien, en ik reed achter ‘m…
Maar ja, zijn argument dat ie dan 10 gasflesjes per dag mee had moeten nemen, daar kan ik ook niet omheen.
(of toch ? misschien de 2008 WR 250 met hogedrukcompressor ?)
Dan weer ff genieten:
Veel tijd om van de mooie natuur te genieten was er echter niet.
Er werd flink gasgegeven en bovendien vereist het rijden 100% concentratie.
Zoals daar keien liggen, boomwortels, stammetjes met de top naar je toe langs het pad, dikke takken die opveren als je voorganger er overheen rijdt,
takken tegen je hoofd, braamtakken die om je elleboog of je nek slaan.
Je beseft toch in je achterhoofd wel dat het bloedleip is.
We waren dan ook elke dag blij als we aan het eind van de dag allemaal weer heelhuids beneden stonden.
Of min of meer dan toch.
De tweede dag kwamen we door een dorpje, en dan staan er vaak mensen te zwaaien.
Een van ons kon het niet laten om vervolgens een wheely te maken voor een paar kids.
Terwijl hij stond keek ie trots opzij om zijn applaus in ontvangst te nemen, iets te lang,
en toen ie weer voor zich keek zag hij pas de T splitsing en het stopbord voor de doorgaande weg.
Ik- ik bedoel- Hij- wou absoluut niet op die weg tot stilstand komen en remde zich daardoor onderuit.
Weliswaar met elleboogbeschermers, maar na de landing zitten die ondersteboven.
Geloof me nou maar…
Nou vooruit, nog eentje dan, en dan eten en weer naar Nederland:
Samen met m’n nieuwe maat Ad begonnen aan de rit naar Onstwedde.
(Als je in Brabant ooit iemand op een enduro tegenkomt, spreek ‘m dan gerust aan met ‘Ad’, heb je geloof ik dikke kans dat je goed zit…)
Onstwedde was trouwens al een expeditie op zich vanuit het Eindhovense.
Bij aankomst stond de bus al te wachten.
Ik mag verekken als ik daar al niet ooit eerder ingezeten heb, naar school..
In de voorkant van de bus was een U vormige zithoek gemaakt, die later werd omgebouwd tot een bed waar we net om en om naast
elkaar op pasten. Achterin stonden de motoren en lag de reservechauffeur.
Lekker knus, lepeltje liggen met een stel kerels die je net een paar uur kent en eigenlijk beter voor je rug dan een ‘slaap’stoel in een touringcar.
Eenmaal op weg begon de kennismaking in de sfeer van een paar kleine jongens onderweg naar een schoolreisje.
Een beetje gespannen voor het onbekende wat ons te wachten stond.
Zo te zien nogal wat. De motoren waren voornamelijk oranje, de helft was 300 cc stinkwheel en twee hadden zelfs groene schilden en startnummers. (slik)
De gidsen bleken mannen te zijn van ijzer die al NK reden toen ik nog een plannetje was.
Die douchen met koud water en hun tanden poetsen met kokend lood en accuzuur.
Ab de Groot (What’s in a name) had een paar handen waar je bijna bang van zou worden.
Zo te zien tilt ie je wel desnoods met motor en al over de berg heen, da’s dan weer mooi.
Henk gaf een knikje dat het allemaal wel goed kwam.
Het Motocross hotel: zo te zien net (bijna) klaar en keurig.
Niks op aan te merken, behalve dat er (nog?) geen afspuitplaats was voor de motoren en niet veel gelegenheid om te sleutelen. Gereedschap/onderdelen/banden had ik gelukkig toch ook maar zelf meegebracht.
Dan het rijden.
Na een paar paadjes kwam het eerste obstakel.
Door een slootje heen, met meteen een klimmetje van een meter of drie, met wat keien en wortels.
Achteraf niks bijzonders meer, maar zo als eerste confrontatie was ie al behoorlijk imponerend.
Ab ging voor, daarna de twee die later de betere rijders zouden blijken te zijn.
Folie kwam als vierde. Haalde ‘m net niet en flikkerde terug naar beneden.
Vervolgens opnieuw vanuit dat slootje met een hoop gesleur en gebrul om boven te komen.
Eenmaal boven en enigzins van mijn hartaanval bekomen zag ik dat degene achter mij ook in de problemen was gekomen.
Godzijdank, want ik moest nog even bijkomen. 10min onderweg en mijn longen al uit mijn lijf.
Dat beloofde nog wat.
Toch maar even kijken bij H. Die kwam inmiddels ook net boven.
Verloor bij het wegrijden eventjes z’n evenwicht en reed recht op de rand van die richel af.
Kon nog net stoppen op het plekje waar ik stond.
Ik hing achterover over de rand en greep me vast aan . . H z’n gaskabel….
Heb me toen maar laten vallen en rolde naar beneden –plons- met m’n gatje in het water. 1 seconde later plonste ook H naast me neer.
U gotta love this shit. Het zou niet mijn laatste duik zijn van het weekend.
Bij het uitrijden van die duiker onder de weg door ben ik uitgegleden.
‘links aanhouden,’ had Ab tegen de rest gezegd. ‘Jij eerst’, zei de rest tegen mij.
Wel m’n motor redelijk droog gehouden. Bij de eerste duik stond ie boven op de standaard.
De tweede dag heb ik het nog een keer gepresteerd om in de rivier te vallen en mijn motor 3 meter hoger op het pad achter te laten.
Gaf niks, ‘t was lekker weer.
Alleen om me nou voortaan vijverfolie te gaan noemen, dat vind ik flauw.
Ik was trouwens niet eens de enige.
Gelukkig waren dit maar aanloopverschijselen.
Het is ff wennen aan de ondergrond en het klimmen,
maar de groep sloot lekker bij elkaar aan en na een tijdje ging iedereen redelijk vlot door de obstakels heen.
Ik heb mezelf in ieder geval flink overtroffen.
Het is lastig op foto vast te leggen hoe steil zo’n berg is.
Er waren klimmen bij van honderden meters, waarbij je geen schijn van kans had om een herstart te maken.
Falen betekent terug en opnieuw.
Dan wil je ze op den duur toch wel gaan halen…
Moet je zien: zo’n skipiste lijkt op de foto een enigszins hellend weiland.
Tweede foto is van (niet helemaal) boven. Nauwelijks te voet te beklauteren.
Ook mooj:
Ook in Polen heb je trouwens ‘takkenleggers’.
Net als bij ons kunnen dat zo te zien geen echte natuurliefhebbers zijn.
Ze pakken hun zaakjes wel wat grondiger aan…
Mooi dat ik deze wel droog gefikst heb…
Bijna aan het eind van de tweede dag sloeg dan het noodlot toe voor onze Adje.
Ad had zich vanaf het begin als een ouwe vos moeten weren tussen de jonge honden.
Nou ja, het leeftijdsargument zullen we maar niet te zwaar laten wegen, gezien de onze gidsen.
Het zou ook kunnen komen omdat ie de enige blauwe was tussen het oranje geweld, en feit is dat z’n dealer ‘m had laten zitten met z’n achterband.
We kwamen op een mooi strak pad schuin omhoog en het gas ging er flink op.
Was een beetje aan de schaduwkant en daarom lagen er nog wat natte plekken.
Ad z’n achterwiel gleed naar links, Ad stuurde tegen en kreeg teveel grip met z’n voorwiel en werd over z’n stuur heen links van het pad af gelanceerd. (Adje van het padje)
Ad voorbij het bosje, motor ertegenaan. Had erger gekund.
Hierna was het echter wel exit voor Ad met een gemeen opzwellende pols.
Gelukkig houdt ie ook van voetbal en schijnt ie zich niet te zeer te hebben verveeld.
Wat we ook erg jammer vonden is dat ie het trekkoordje van z’n airbagjas niet had vastgemaakt.
Dat had ik nou toch zo graag eens willen zien, en ik reed achter ‘m…
Maar ja, zijn argument dat ie dan 10 gasflesjes per dag mee had moeten nemen, daar kan ik ook niet omheen.
(of toch ? misschien de 2008 WR 250 met hogedrukcompressor ?)
Dan weer ff genieten:
Veel tijd om van de mooie natuur te genieten was er echter niet.
Er werd flink gasgegeven en bovendien vereist het rijden 100% concentratie.
Zoals daar keien liggen, boomwortels, stammetjes met de top naar je toe langs het pad, dikke takken die opveren als je voorganger er overheen rijdt,
takken tegen je hoofd, braamtakken die om je elleboog of je nek slaan.
Je beseft toch in je achterhoofd wel dat het bloedleip is.
We waren dan ook elke dag blij als we aan het eind van de dag allemaal weer heelhuids beneden stonden.
Of min of meer dan toch.
De tweede dag kwamen we door een dorpje, en dan staan er vaak mensen te zwaaien.
Een van ons kon het niet laten om vervolgens een wheely te maken voor een paar kids.
Terwijl hij stond keek ie trots opzij om zijn applaus in ontvangst te nemen, iets te lang,
en toen ie weer voor zich keek zag hij pas de T splitsing en het stopbord voor de doorgaande weg.
Ik- ik bedoel- Hij- wou absoluut niet op die weg tot stilstand komen en remde zich daardoor onderuit.
Weliswaar met elleboogbeschermers, maar na de landing zitten die ondersteboven.
Geloof me nou maar…
Nou vooruit, nog eentje dan, en dan eten en weer naar Nederland: