Geplaatst: ma jun 15, 2009 22:13
Langzaam druppelde de andere rijders het paddock binnen. Moe en voldaan van een dag
ploeteren door de noord-franse klei. Luchtfilters, kettingen, tandwielen en remblokken schreeuwden om vervangen te worden. Ook ik moest er aan geloven. Een domme val, ik zag die glibberige boomwortel niet terwijl ik remde, maakte dat mijn kroonplaten wat verdraaid waren. Even de moeren lossen, richten, en weer vastzetten was een peulenschil. Maar op advies, moest ik ook even mijn voorremblokken vervangen. 10 minuten later was dit ook gedaan, alleen bleef mijn voorrem daarna sponzig. He, wat is dat nou weer. Er kon geen lucht inzitten, want ik had niets open gemaakt. Maar wat dan. Later bleek dat een remblok niet helemaal haaks bleek te zijn, en dat zou vanzelf wel overgaan na een paar modderbaden de volgende dag. Wat ook gebeurde.
Na de doe het zelf kursus sleutelen voor dummies, de motor afgeleverd in het parc fermee, waar hij zou blijven tot vertrek van de volgende ochtend.
Jo en Fee hadden het helemaal voor elkaar, want nadat ze getankt hadden, vroegen ze nog even de weg naar de dichtstbijzijnde carwash. Het resultaat was schrijnend om te zien. 2 hagelnieuwe motoren blinkte je tegemoet. Aan niets was meer te zien wat ze die dag hadden meegemaakt.
Met de motoren veilig op slot, met honden als bewaking(geen hond gezien trouwens), gingen wij de interne mens versterken. Het avondmaal bestond uit iets met aardappelen(zei Jo me), en een lekker koud buffet. Met een flesje witte en rode wijn, aten we rustig ons eten op, totdat de plaatstelijke garage band het tijd vond voor hun act.
Ze konden mij en andere niet geheel overtuigen en dus gingen wij terstond terug naar het gezellige kampvuur, waar we de rest van de avond een gezellig biertje, wijntje, colaatje dronken.
Om 12 uur kroop ik mijn busje in, met nu wel een warme slaapzak. Aaaahh wat een genot.
De zondag zou volgens een fransman, tres dur worden dus hadden we met z’n allen de nachtrust goed nodig
Langzaam werd ik wakker en zag dat het buiten al erg licht was geworden. Een blik op de klok leerde dat het 7 uur naderde, en het dus tijd werd om op te staan. De nieuwe dag zag er veel belovend uit. Deze ochtend had ik besloten om het ontbijt te gaan proberen, en dat was absoluut perfect. Lekkere chocolade broodjes, croissantje en natuurlijk stokbrood lagen in manden te wachten op hun gasten. Een paar bakken cafe au lait er bij en mjammie.
9 uur stond op het grote bord als depart, en dus kon ik ook nog even die voorrem checken. Met bokkie en gereedschap naar het parc fermee, alwaar ik dus dat kromme blokje ontdekte. Zoals reeds gezegd, dat probleem loste die dag na een paar uurtjes als sneeuw voor de zon op.
Deze rit zou tres dur worden, en het voornemen was om met de hele groep te starten. Fee zag ik als eerste wegrijden, en verderop wachten. Ik ging via de bus, om de camelback om te hangen, en zag bij terug komst niemand meer. Geen fee, geen jo, geen pruusgang, en besloot daarop maar te gaan rijden.
Heerlijk reed ik de eerste kilometers, voorzichtig vanwege die rem, mijn kilometertjes aaneen. Vrij snel gingen we het bos in, om er eigenlijk niet meer echt uit te komen. Vrij snel koos ik het verkeerde spoor bij een riviertje, waardoor ik even wat moest gaan sjorren aan mijn 2taktje. Die lifte ik uit het spoor, om daarna met een wheely op de andere oever te komen. Dat lukte wonderwel. Moe maar voldaan keek ik hoe een andere rijder, helaas voor hem, mijn spoor koos. Omdat hij ook solo was, heb ik hem geholpen zijn motor op de andere oever te krijgen. We zijn vrienden geworden voor het leven. Solo rijders moeten elkaar helpen.
Even later waren er nog eens drie man die mijn spoor kozen, en verschrikkelijk veel problemen kregen. Ik genoot van al dat spektakel om me heen. Wat een entourage. Juist toen ik weer wilde vertrekken kwam daar Jo aangereden, ook solo. We vervolgde de weg met elkander. Later kwamen we Fee solo tegen. Ook de limbogang was kompleet uit elkander geslagen wat later bleek.
De route werd hoe langer hoe mooier met schitterende klimmen, bezaaid met losse stenen, of uitstekende boomwortels. Links en rechts stonden mensen te ploeteren om omhoog te komen, want als je stil viel op zo’n helling had je een probleem om weer op gang te komen. Ook de afdalingen werden venijniger. Die lossen stenen boden weinig grip omlaag, en soms moest je gewoon even snel bidden, om heelhuids beneden te komen. Ook het beroemde of beruchte moeras onder de hoogspanningsleiding heb ik mogen nemen. Je ziet van verre de ellende al aan komen, een pad wat langzaam overgaat in een soort van moeras. Met diepe sporen, waar je geheel in kunt verdrinken. Tenminste zo leek dat, want in de praktijk bleek het spoor wel heel diep maar ook heel hard te zijn, en we reden er met een slakkegangetje doorheen, zonder problemen.
Verder gingen we, door de brandgangen van het ardense bos, die vol water stonden. Een paar keer had ik het gevoel dat het tot het zadel kwam, maar de 200cc bleef pruttelen en alweer bereikte ik relatief droog de overkant. Bij sommige plassen wachtte ik tot ik een ander het zag doen, om daarna ook dat spoor te pakken. Aldoende leert men de wetten van de Ardennaise wel kennen. Laat die snelle jongens eerst een nat pakken halen, en kies dan een ander spoor, of juist niet natuurlijk.
De route was afwisselend en uitdagend en een blauwe route miste ik, een tweede heb ik gedaan, maar de derde werd me afgeraden door een marshall, waar ik nu achteraf wel van baal. Fee vertelde me dat daar wel een zooitje op een helling liepen te klooien en dat hij hem maar heeft gelaten voor wat het was. Maar rijders liepen op de route zelf ook al te klooien en sommige afdalingen in de route zelf hadden ook de kleur blauw mogen krijgen.
Ik kreeg honger en opeens was daar de lunch. Een koelwagen midden in het bos zorgde voor de inwendige mens. Cola, water, een heerlijk sandwich, wat een maaltje. Heerlijk.
Na de lunch weer singletrack, klimmen, dalen, afzien, en opletten. Nog weinig rijders die mij en Jo inhaalde. Blijkbaar waren 500 man toch goed te verdelen over de route.
Uiteindelijk vlogen die 165km om, en was ik een ervaring rijker.
Het is wonderlijk wat die fransen uit de hoed toveren. Zoveel mannen en vrouwen, jeugd, die dit allemaal mogelijk maakt. Iedere vrijwilliger netjes in een t-shirt van de club. Perfect.
Een ambulance dienst voor motoren. Eventueel voor personen.
Ik hoop dat ze dit, ondanks wellicht groene tegenstand, nog jaren zullen organiseren.
Mocht je, net zoals ik, er al jaren over denken, doe hem dan een keer.
De Transardennaise.
ploeteren door de noord-franse klei. Luchtfilters, kettingen, tandwielen en remblokken schreeuwden om vervangen te worden. Ook ik moest er aan geloven. Een domme val, ik zag die glibberige boomwortel niet terwijl ik remde, maakte dat mijn kroonplaten wat verdraaid waren. Even de moeren lossen, richten, en weer vastzetten was een peulenschil. Maar op advies, moest ik ook even mijn voorremblokken vervangen. 10 minuten later was dit ook gedaan, alleen bleef mijn voorrem daarna sponzig. He, wat is dat nou weer. Er kon geen lucht inzitten, want ik had niets open gemaakt. Maar wat dan. Later bleek dat een remblok niet helemaal haaks bleek te zijn, en dat zou vanzelf wel overgaan na een paar modderbaden de volgende dag. Wat ook gebeurde.
Na de doe het zelf kursus sleutelen voor dummies, de motor afgeleverd in het parc fermee, waar hij zou blijven tot vertrek van de volgende ochtend.
Jo en Fee hadden het helemaal voor elkaar, want nadat ze getankt hadden, vroegen ze nog even de weg naar de dichtstbijzijnde carwash. Het resultaat was schrijnend om te zien. 2 hagelnieuwe motoren blinkte je tegemoet. Aan niets was meer te zien wat ze die dag hadden meegemaakt.
Met de motoren veilig op slot, met honden als bewaking(geen hond gezien trouwens), gingen wij de interne mens versterken. Het avondmaal bestond uit iets met aardappelen(zei Jo me), en een lekker koud buffet. Met een flesje witte en rode wijn, aten we rustig ons eten op, totdat de plaatstelijke garage band het tijd vond voor hun act.
Ze konden mij en andere niet geheel overtuigen en dus gingen wij terstond terug naar het gezellige kampvuur, waar we de rest van de avond een gezellig biertje, wijntje, colaatje dronken.
Om 12 uur kroop ik mijn busje in, met nu wel een warme slaapzak. Aaaahh wat een genot.
De zondag zou volgens een fransman, tres dur worden dus hadden we met z’n allen de nachtrust goed nodig
Langzaam werd ik wakker en zag dat het buiten al erg licht was geworden. Een blik op de klok leerde dat het 7 uur naderde, en het dus tijd werd om op te staan. De nieuwe dag zag er veel belovend uit. Deze ochtend had ik besloten om het ontbijt te gaan proberen, en dat was absoluut perfect. Lekkere chocolade broodjes, croissantje en natuurlijk stokbrood lagen in manden te wachten op hun gasten. Een paar bakken cafe au lait er bij en mjammie.
9 uur stond op het grote bord als depart, en dus kon ik ook nog even die voorrem checken. Met bokkie en gereedschap naar het parc fermee, alwaar ik dus dat kromme blokje ontdekte. Zoals reeds gezegd, dat probleem loste die dag na een paar uurtjes als sneeuw voor de zon op.
Deze rit zou tres dur worden, en het voornemen was om met de hele groep te starten. Fee zag ik als eerste wegrijden, en verderop wachten. Ik ging via de bus, om de camelback om te hangen, en zag bij terug komst niemand meer. Geen fee, geen jo, geen pruusgang, en besloot daarop maar te gaan rijden.
Heerlijk reed ik de eerste kilometers, voorzichtig vanwege die rem, mijn kilometertjes aaneen. Vrij snel gingen we het bos in, om er eigenlijk niet meer echt uit te komen. Vrij snel koos ik het verkeerde spoor bij een riviertje, waardoor ik even wat moest gaan sjorren aan mijn 2taktje. Die lifte ik uit het spoor, om daarna met een wheely op de andere oever te komen. Dat lukte wonderwel. Moe maar voldaan keek ik hoe een andere rijder, helaas voor hem, mijn spoor koos. Omdat hij ook solo was, heb ik hem geholpen zijn motor op de andere oever te krijgen. We zijn vrienden geworden voor het leven. Solo rijders moeten elkaar helpen.
Even later waren er nog eens drie man die mijn spoor kozen, en verschrikkelijk veel problemen kregen. Ik genoot van al dat spektakel om me heen. Wat een entourage. Juist toen ik weer wilde vertrekken kwam daar Jo aangereden, ook solo. We vervolgde de weg met elkander. Later kwamen we Fee solo tegen. Ook de limbogang was kompleet uit elkander geslagen wat later bleek.
De route werd hoe langer hoe mooier met schitterende klimmen, bezaaid met losse stenen, of uitstekende boomwortels. Links en rechts stonden mensen te ploeteren om omhoog te komen, want als je stil viel op zo’n helling had je een probleem om weer op gang te komen. Ook de afdalingen werden venijniger. Die lossen stenen boden weinig grip omlaag, en soms moest je gewoon even snel bidden, om heelhuids beneden te komen. Ook het beroemde of beruchte moeras onder de hoogspanningsleiding heb ik mogen nemen. Je ziet van verre de ellende al aan komen, een pad wat langzaam overgaat in een soort van moeras. Met diepe sporen, waar je geheel in kunt verdrinken. Tenminste zo leek dat, want in de praktijk bleek het spoor wel heel diep maar ook heel hard te zijn, en we reden er met een slakkegangetje doorheen, zonder problemen.
Verder gingen we, door de brandgangen van het ardense bos, die vol water stonden. Een paar keer had ik het gevoel dat het tot het zadel kwam, maar de 200cc bleef pruttelen en alweer bereikte ik relatief droog de overkant. Bij sommige plassen wachtte ik tot ik een ander het zag doen, om daarna ook dat spoor te pakken. Aldoende leert men de wetten van de Ardennaise wel kennen. Laat die snelle jongens eerst een nat pakken halen, en kies dan een ander spoor, of juist niet natuurlijk.
De route was afwisselend en uitdagend en een blauwe route miste ik, een tweede heb ik gedaan, maar de derde werd me afgeraden door een marshall, waar ik nu achteraf wel van baal. Fee vertelde me dat daar wel een zooitje op een helling liepen te klooien en dat hij hem maar heeft gelaten voor wat het was. Maar rijders liepen op de route zelf ook al te klooien en sommige afdalingen in de route zelf hadden ook de kleur blauw mogen krijgen.
Ik kreeg honger en opeens was daar de lunch. Een koelwagen midden in het bos zorgde voor de inwendige mens. Cola, water, een heerlijk sandwich, wat een maaltje. Heerlijk.
Na de lunch weer singletrack, klimmen, dalen, afzien, en opletten. Nog weinig rijders die mij en Jo inhaalde. Blijkbaar waren 500 man toch goed te verdelen over de route.
Uiteindelijk vlogen die 165km om, en was ik een ervaring rijker.
Het is wonderlijk wat die fransen uit de hoed toveren. Zoveel mannen en vrouwen, jeugd, die dit allemaal mogelijk maakt. Iedere vrijwilliger netjes in een t-shirt van de club. Perfect.
Een ambulance dienst voor motoren. Eventueel voor personen.
Ik hoop dat ze dit, ondanks wellicht groene tegenstand, nog jaren zullen organiseren.
Mocht je, net zoals ik, er al jaren over denken, doe hem dan een keer.
De Transardennaise.